Spring naar inhoud

Het profiel van Gasunie

Onze missie

Gasunie is een leidende Europese energie-infrastructuuronderneming. Gastransport en gasopslag vormen de kernactiviteit. We dienen het publiek belang en faciliteren de energietransitie door geïntegreerde infrastructuurdiensten aan te bieden. We richten ons op waardecreatie voor onze aandeelhouder en andere stakeholders en hanteren de hoogste veiligheids- en businessstandaarden die in de sector worden toegepast.

Onze visie

Wij geloven in een duurzame toekomst met een uitgebalanceerde energiemix en een blijvende rol voor gas dat afkomstig is uit verschillende bronnen. We geloven dat we onze klanten het best bedienen met innovatieve oplossingen op het gebied van (gas)infrastructuur.

Onze rol in de energieketen

In Nederland en Noord-Duitsland beheert Gasunie infrastructuur voor grootschalig transport, opslag en conversie van gas. Nu is dat nog vooral aardgas. Met de energietransitie verschuift dit steeds verder naar waterstof. Daarnaast werken we aan de aanleg en het beheer van netwerken voor warmte en CO2 en faciliteren we de invoeding van groen gas in ons aardgasnetwerk.

Onze taak is het verzorgen van veilige, betrouwbare, betaalbare en duurzame energie-infrastructuurdiensten. Zodat iedereen altijd over energie kan beschikken. Dit is van essentieel belang voor de economie en maatschappij. Met onze infrastructuur, dienstverlening en geografische positie bevinden wij ons in het hart van de Noordwest-Europese (gas)markt.


Gasunie is een verbindende factor in de waardeketen voor energie

We ontwikkelen, beheren en onderhouden energie-infrastructuur: gastransportnetwerken, internationale transitleidingen, gasopslag, gasconversie, LNG-infrastructuur en virtuele energiehandelsplaatsen. In sommige gevallen doen wij dat in samenwerkingsverbanden.

Onze transportdiensten en infrastructuurdiensten verbinden producenten met (eind)gebruikers van energie. We verlenen non-discriminatoir toegang tot onze diensten aan derden. Het grootste deel van onze activiteiten is gereguleerd. Toezichthouders ACM (Nederland) en BNetzA (Duitsland) stellen daarbij jaarlijks het plafond van onze omzet en daarmee de tarieven vast.

Onze infrastructuur fungeert als internationaal knooppunt in de aan- en doorvoer van gas in Noordwest-Europa. We dragen hiermee bij aan een liquide, competitieve, betrouwbare Europese energiemarkt.

We investeren in projecten op het gebied van waterstof, warmte, CCS, groen gas en (vloeibaar) aardgas. Wij zetten ons in voor de versnelling van een klimaatneutrale energievoorziening door het ontwikkelen van duurzame-energieketens. Dat doen we door middel van nieuwe samenwerkingsverbanden en nieuwe businessmodellen.

De Nederlandse staat is onze enige aandeelhouder. Onze medewerkers werken verspreid over ruim dertig locaties in Nederland en Noord-Duitsland en met vertegenwoordigingen in Brussel, Berlijn en Moskou. Ons hoofdkantoor bevindt zich in Groningen; onze hoofdvestiging in Duitsland bevindt zich in Hannover.

Hoe we georganiseerd zijn

Gasunie heeft drie business units, waarvan er twee een gastransportnet beheren. In Nederland is dit Gasunie Transport Services (GTS) en in Duitsland Gasunie Deutschland (GUD). Deze netbeheerders bieden hun diensten aan op een transparante manier. Zij verkopen de beschikbare capaciteit tegen non-discriminatoire voorwaarden.

Op entrypunten kan het gas in het netwerk worden ingevoed en op exitpunten kan een klant het gas uit het netwerk halen. De klanten sluiten contracten af waarmee ze capaciteit boeken op bepaalde entry- of exitpunten in het netwerk, gedurende een bepaalde periode (jaar, kwartaal, maand of dag). De tarieven die GTS en GUD aan klanten in rekening brengen en de omzetten die daaruit voortkomen, worden vastgesteld door de Autoriteit Consument & Markt (Nederland) en de Bundesnetzagentur (Duitsland).

Onze derde businessunit, Participations, biedt energie-infrastructuur- en aanverwante diensten aan die niet gereguleerd of van regulering vrijgesteld zijn. Klanten kopen capaciteit waarmee ze de betreffende infrastructuur gedurende een bepaalde periode kunnen gebruiken. De diensten zijn open access. De tarieven hiervoor zijn non-discriminatoir en worden in belangrijke mate door vraag en aanbod bepaald. De activiteiten van Participations ondersteunen de werking en liquiditeit van de energiemarkt in Nederland en Duitsland.

 

De transportnetten van onze businessunits GTS en GUD en de belangrijkste dochters van onze businessunit Participations

Wat we om ons heen zien

Trend: toenemende energie-afhankelijkheid

We zien een snel afnemende aardgasproductie in Europa. Deze afname gaat sneller dan de gewenste daling van de aardgasvraag en de gewenste productiestijging van hernieuwbaar gas. De Europese vraag naar aardgas daalt per jaar met 0,5-1,3%*. De Nederlandse aardgasvraag daalt tot 2030 met 20% of meer**, afhankelijk van energiebesparingsmaatregelen, elektrificatie en de grensoverschrijdende vraag naar elektriciteit van gasgestookte centrales. De Duitse vraag naar aardgas blijft op middellange termijn stabiel.

* Entsog TYNDP 2020
** Gasunie Strategy Proceedings (intern)

De uitfasering van het Groningenveld maakt extra import uit Rusland en aanvoer van LNG onontbeerlijk en vergroot de afhankelijkheid van deze bronnen. Rusland blijft, het gewapende conflict in en met Oekraïne ten spijt, naar verwachting de helft van Europa’s importbehoefte aan aardgas leveren. Wereldwijd is het LNG-volume groot, vergelijkbaar met de totale gasvraag binnen Europa. Ruim twee derde van dit volume gaat naar de Aziatische markt, die vrijwel volledig afhankelijk is van LNG. Veranderingen in de Aziatische markt hebben hierdoor grote invloed op de beschikbaarheid van LNG voor Europa. Het marktaandeel van LNG in Europa kan stijgen van 20% nu naar 25% in 2030* als importeurs bereid blijven de prijsconcurrentie met Azië aan te gaan. In een ruime markt (zoals in 2020) komt er goedkoop LNG naar Europa; vooral in de zomer. In een krappe markt (zoals in 2021) komt er duur LNG naar Europa; en dan vooral in de winter. Langetermijncontracten blijven impopulair bij de importeurs.

* IHS Cera, de toekomstige vraag naar LNG kan per Europese regio verschillen

Impact op Gasunie: externe economische waardecreatie. De goed ontsloten infrastructuur faciliteert een betrouwbare Noordwest-Europese, Nederlandse en Duitse energievoorziening. Ondergrondse gasbergingen blijven essentieel voor het opvangen van pieken in aanbod en vraag. De hoofdinfrastructuur voor aardgas in Noordwest-Europa is vrijwel uitontwikkeld, waardoor de focus komt te liggen op netoptimalisatie, marktintegratie, uitbreiding van LNG-aanlandcapaciteit, herbestemming van pijpleidingen voor waterstoftransport, en het aansluiten van nieuwe industriële klanten zoals elektriciteitsproducenten en procesindustrieën.

Trend: decarbonisatie van het energiesysteem

Om de CO2-uitstoot te verminderen, hebben Nederland en Duitsland ambitieuze waterstofstrategieën met inbegrip van de omschakeling van de bestaande infrastructuur op waterstoftransport en uitbreidingen waar nodig. In Duitsland is er nog altijd geen brede politieke steun voor CCS en weinig mogelijkheden voor onderzeese opslag van CO2. Daarom is grensoverschrijdende samenwerking, met name met Nederland, van cruciaal belang, wil Duitsland CCS inzetten om de klimaatdoelen te halen. Hierbij kan gedacht worden aan samenwerking met landen die wel opslagmogelijkheid hebben zoals Nederland en Noorwegen, en aan een overslagplek voor CO2 in de haven van Rotterdam.

Met de toename van de elektrolysecapaciteit worden de gas- en elektriciteitsnetten nog meer met elkaar verbonden; ook bi-directioneel. Elektriciteit (overschot) wordt een bron voor duurzame waterstof. In de overgangsfase naar een duurzame energiehuishouding wordt het methaansysteem eerst nog belangrijker om de dag- en uurbalans in elektriciteit en waterstof in stand te houden en om de voorzieningszekerheid te waarborgen.

Impact op Gasunie: externe maatschappelijke waardecreatie.Vraag naar en aanbod van waterstof en groen gas gaan stijgen. De toekomstige aandelen van deze hernieuwbare gassen in de energiemix zijn onzeker maar veelbelovend. In geval van een grote vraag naar waterstof is (naast de productie van groene waterstof in onze regio) de inzet van blauwe waterstof (geproduceerd met aardgas waarbij de CO2-uitstoot wordt afgevangen), toevoer van groene waterstof vanuit andere regio’s in de wereld, en een grensoverschrijdend CO2-transport en -verzamelsysteem nodig.

Onze strategie

Gasunie investeert al bijna zestig jaar in aardgasinfrastructuur en ruim tien jaar in energietransitieprojecten. De kennis en ervaring die we daarbij hebben opgedaan, geven ons nu de gelegenheid om op te schalen en een materiële bijdrage aan de energietransitie te leveren, terwijl we in de tussentijd de huidige energievoorziening veilig, betrouwbaar en betaalbaar houden. Onze mensen kunnen het verschil maken in de huidige en in de nieuwe energiewereld.

Onze kernmarkten Nederland en Noord-Duitsland hebben een unieke ligging aan de relatief ondiepe Noordzee, waardoor ze geschikt zijn voor de ontvangst van grote hoeveelheden op zee opgewekte windenergie. Hiermee kan waterstof worden gemaakt. Van overzee kunnen tankers LNG en straks ook (vloeibare) waterstof(dragers) aanvoeren die in onze zeehavens gemakkelijke gelost kunnen worden. Ondergrondse zoutlagen in delen van Nederland en Noord-Duitsland lenen zich goed voor het bouwen van opslagcavernes voor gassen. Lege onderzeese gasvelden kunnen worden benut voor het opslaan van CO2.

Onze gasnetten verbinden zowel in Nederland als in Duitsland grote industriële centra met elkaar. Door de sluiting van het Groningen-aardgasveld en de dalende vraag naar aardgas kunnen we deze netten in fasen relatief snel en goedkoop ombouwen van aardgas naar waterstof. We gaan waterstofinfrastructuur in de industriële clusters ontwikkelen en deze vanaf 2025 met elkaar en met opslagfaciliteiten en het buitenland verbinden. Vanaf 2025 verwachten we de eerste import van waterstof naar Europa. Tussen 2026 en 2030 willen we vier waterstofopslagcavernes ontwikkelen. Onze kennis van transport en opslag van gasmoleculen maakt ons een interessante partner voor het aanleggen en beheren van transportnetten voor waterstof, warmte en COen het invoeden van groen gas in het bestaande transportnet.

De klimaatdoelen zijn duidelijk. In 2050 is Europa klimaatneutraal; in 2030 is de Europese CO2- uitstoot met 55 procent verlaagd. Veel landen, bedrijven en burgers nemen maatregelen, maar we zijn er nog lang niet. De rapporten van wetenschappers en uitspraken van rechters liegen er niet om.
 

Klimaatdoelstellingen van Nederland, Duitsland en de Europese Unie

Toch wordt het echt grootschalig verminderen van CO2-uitstoot vaak uitgesteld. Gasunie committeert zich aan de Nederlandse, Duitse en Europese klimaatdoelen en is bereid voor de markt uit en op de groei te investeren. We kijken bij het nemen van investeringsbeslissingen niet alleen naar financiële doelstellingen, maar ook naar onze maatschappelijke bijdrage.

Drie strategische richtingen

Het eindpunt mag dan helder zijn, de weg ernaartoe is ingewikkeld en onzeker. Daarom bepalen we onze eigen strategie aan de hand van drie richtingen.
 

Versnellen energietransitie

Ten eerste zetten we vol in op het versnellen van de overstap op CO2-neutrale energie, bijvoorbeeld met waterstof, groen gas, warmtenetten en CCS. Dat vraagt om bestaande en nieuwe kennis en om nieuwe samenwerkingen. We gebruiken onze ervaring voor het vormgeven van de markt van morgen, samen met partners.
 

Europees verbindend

Het meewerken aan een goed werkende Europese markt voor aardgas en LNG is ons tweede punt van focus. Aardgas blijft de komende decennia belangrijk; als grondstof en als bron van energie. Met de sluiting van het Groningenveld is het cruciaal dat goed gediversificeerde internationale aardgasstromen hun weg vinden naar ons kerngebied.
 

Optimaliseren infrastructuur

We zorgen voor een goede gasinfrastructuur in ons kerngebied. Dat is onze basis. De energievoorziening in onze kerngebieden heeft een uitstekende staat van dienst qua veiligheid en betrouwbaarheid. Doordat we steeds slimmer werken, houden we de kosten van energietransport zo betaalbaar mogelijk.

Kennis als kracht, infrastructuur als verbinder

We zijn er klaar voor om onze nieuwe rol te pakken. Sterker nog, we zijn al begonnen. Eigenlijk zestig jaar geleden al, toen Nederland de overstap van kolen op gas maakte. Terwijl de landen om ons heen nu inzetten op het relatief schone aardgas ter vervanging van kolen en nucleair, kan Nederland verder vooruit kijken. Dit is een unieke voorsprong. Ons materiële (infrastructuur, gunstige geografische ligging) en immateriële (kennis en kunde) kapitaal kunnen we goed gebruiken voor de versnelling van de energietransitie en het genereren van welvaart en werkgelegenheid. Ze zullen van groot nut blijken voor de opmars van nieuwe energiedragers. Samenwerking met de overheid, producenten en afnemers, nationaal en internationaal zijn hierbij cruciaal.

Hoe de energietransitie precies gaat verlopen is nog niet duidelijk, maar één ding staat vast: Gasunie zal een sleutelrol spelen. Met onze kennis en expertise als kracht en onze infrastructuur als verbinder. Door nieuwe, groene infrastructuren aan te leggen waarop marktpartijen tegen gelijke voorwaarden (non-discriminatoir) te allen tijde toegang hebben (open-access), jagen we het ontstaan van nieuwe duurzame waardecreatieketens aan, zoals bijgaande waterstofillustratie laat zien.
 

Nieuwe infrastructuur genereert een positief netwerkeffect

Visie 2030: de toekomst volgens Gasunie

In 2020 heeft: Gasunie haar strategie vertaald in een doorkijk voor de komende tien jaar: Visie 2030. In 2030 zijn we van een gastransportbedrijf getransformeerd naar een brede energie-infrastructuuronderneming. We bergen en transporteren dan aardgas, groen gas, waterstof, CO2 en warmte op een veilige, betrouwbare, betaalbare en duurzame manier. We spelen een belangrijke rol in het realiseren van de ambitieuze klimaatdoelen van Nederland, Duitsland en de Europese Unie.

Onze Visie 2030 bevat grootschalige energietransitie-projecten in lijn met onze strategie waarvoor we in de komende jaren een investeringsbeslissing willen nemen. We verwachten dat het overgrote deel van deze projecten meteen of gaandeweg een gereguleerd kader krijgt; dat wil zeggen dat we deze activa tegen gereguleerde tarieven en onder gelijke contractvoorwaarden aan de markt zullen aanbieden. Per project kijken we naar maatwerkoplossingen om de ontwikkel- en exploitatierisico’s in de hand te houden.

Visie 2030: dit is hoe onze energiewereld er in 2030 uit ziet

Vanuit voortschrijdend inzicht hebben we in 2021 onze Visie 2030 op enkele punten bijgesteld. Onze aardgasinfrastructuur houdt rekening met vraagsturing en sluit aan bij het dynamische karakter van groene energie. Transport van CO2 en import van waterstof krijgen een grotere rol en zijn geconcretiseerd. Fabrieken van derden voor elektrolyse en grootschalige groengasproductie sluiten we op tijd en tegen de laagste kosten aan, maar we zullen geen aandeelhouder worden.  Verder zijn onze ambities niet veranderd. Gasunie blijft een verbindende factor in de energietransitie.

Systeemintegratie

In 2030 werken we samen met beheerders van transport- en opslagsystemen voor elektriciteit, gas en warmte zodat energieconsumptie op elk moment tegen een zo laag mogelijke CO2-emissie plaatsvindt. Samen met partners ontsluiten we via dataplatforms transparante (real time) data waarmee derden de energietransitie kunnen versnellen.

Visie 2030: hoe willen we het bereiken?

Om onze Visie 2030 te realiseren hebben wij een omvangrijk investeringsprogramma opgesteld. Het grootste deel van dit investeringsprogramma is gericht op het realiseren van een waterstoftransportnetwerk inclusief opslagfaciliteiten, investeringen die ondergrondse opslag van CO2 mogelijk maken en investeringen voor warmtetransport. Ten behoeve van de leveringszekerheid bevat het investeringsprogramma ook investeringen van relatief beperktere omvang in LNG- en gasopslag en het vervangen van delen van ons bestaande aardgastransportnet.


 

Onze Visie 2030-investeringsagenda (capital expenditures, in mln €)

De totale Visie 2030-investeringsagenda van Gasunie loopt volgens onze huidige inschattingen op tot zo’n € 7 miljard (kostenniveau 2021). In dit overzicht staan de investeringsuitgaven (capital expenditures) die we momenteel voorzien voor de verschillende energievormen waarin we in 2030 een rol willen spelen. Een aantal projecten willen we uitvoeren met partners. Alleen het aandeel van Gasunie in de uitgaven wordt weergegeven en bijvoorbeeld subsidies zijn hierop al in mindering gebracht. Alle projecten doorlopen een apart besluitvormingstraject. De financiering van de projecten komt uit verschillende bronnen, zoals kapitaalmarktleningen en kasstromen. Al naar gelang politieke en economische ontwikkelingen kan het totale investeringsbedrag en de verdeling daarvan over de verschillende energievormen de komende jaren veranderen.

INTERVIEW Werken aan de infrastructuur voor waterstof

Zowel in Nederland als in Duitsland wordt hard gewerkt aan de waterstofmarkt en de daarvoor noodzakelijke infrastructuur. Waar worden de grootste stappen gezet? Welke rol heeft Gasunie? Helmie Botter, Manager Business Development Waterstof, en Bert Kiewiet, Manager Waterstof Duitsland, vertellen over de waterstofambities van Nederland en Duitsland.

Lees het interview

Visie 2030: bijdrage aan het bereiken van de nationale emissiedoelen

Gasunie wil in 2030 getransformeerd zijn van gastransportbedrijf naar energie-infrastructuuronderneming. We zijn al geruime tijd bezig met het uitbreiden van onze activiteiten naar warmte, CO2, waterstof en groen gas. We beschrijven deze plannen in onze Visie 2030. Maar doen we voldoende om een betekenisvolle bijdrage te leveren aan het bereiken van de maatschappelijke emissiedoelen?

Om dat inzichtelijk te kunnen maken hebben we doorgerekend welk effect de fossiele en duurzame gassen die we tot 2050 voor Nederlandse eindverbruikers verwachten te transporteren, zullen hebben op het behalen van de Nederlandse * emissiedoelen.

* Het is op dit moment nog niet goed mogelijk om dezelfde transitiepad-berekeningen te maken voor Duitsland. Daar is Gasunie slechts één van de gastransportnetbeheerders en is het aantal variabelen te groot om een goede analyse mogelijk te maken.

Onze invloed op het realiseren van de Nederlandse klimaatdoelen

Gasunie levert transport- en opslagdiensten. De emissie van het product dat we transporteren, telt volgens de definitie van het GHG-protocol niet mee in onze scope 1, 2 en 3. Maar we kunnen en willen in de keten wel invloed uitoefenen en faciliteren ook het verminderen van CO2-emissies bij onze eindgebruikers door infrastructuur aan te bieden die de schoonste energiedragers kan transporteren.

De verwachte uitstoot van CO2-equivalenten in Nederland daalt. Enerzijds komt dat doordat gebouwen steeds beter geïsoleerd worden, machines steeds energiezuiniger worden en omdat het aandeel groene stroom stijgt in combinatie met vervanging van aardgas door elektriciteit. Anderzijds daalt de verwachte uitstoot doordat netwerkbeheerders transport van fossielvrije energie mogelijk maken. Wij hebben bepaald welke bijdrage de projecten die onderdeel zijn van onze Visie 2030 leveren aan de reductie van CO2-equivalenten.

Uit de analyse blijkt dat gassen een bijdrage van circa 37 Mton reductie kunnen leveren. Dat is de helft van wat er in totaal nodig is. Van die 37 Mton komt 21 Mton voor rekening van de inzet van blauwe en groene waterstof, restwarmtebenutting, groen gas en opslag van afgevangen CO2; waarvoor Gasunie de noodzakelijke transportinfrastructuur wil aanleggen. De resterende 16 Mton komt door het anderszins afnemen van de vraag naar aardgas.

Als we in staat worden gesteld om al onze Visie 2030-plannen uit te voeren en de vraag naar aardgas daalt, krijgt het nationale transitiepad vanaf 2025 een veel gunstiger verloop. Hierdoor zal het transport door onze leidingen in 2045 CO2-neutraal kunnen zijn en zal Nederland in 2050 CO2-neutraal kunnen zijn. Dat is ambitieuzer dan de Klimaatwet 2019 die uitging van 95% emissiereductie in 2050, en in lijn met de ambitie van de nieuwe Nederlandse regering, die 100% emissiereductie in 2050 wil - en hier op het moment van schrijven de Klimaatwet op wil aanpassen.

Die versnelling ten opzichte van de Klimaatwet 2019 kan zelfs groter worden. We houden nu alleen rekening met de effecten van onze investeringen tussen 2020-2030. Een nieuwe reeks Gasunie-investeringen voor de periode 2030-2040 kan leiden tot een steilere daling van het Nederlandse transitiepad.

Hoe hebben we onze invloed op het bereiken van de nationale emissiedoelen berekend?

We hebben onze transitiepadcalculaties uitgevoerd in samenwerking met een extern bureau. Om de invloed van de projecten van Gasunie op het nationale transitiepad te kunnen vaststellen, maken we gebruik maken van de  data uit II3050, de studie naar infrastructuur-ontwikkelpaden die we samen met TenneT en de regionale netbeheerders publiceerden in 2021; en van het Investeringsplan 2022 van GTS.

We hebben gewerkt met de data van het INT-scenario van II3050. In dit scenario gaat Nederland internationaal op zoek naar duurzame energie met de laagste kosten, en waarbij de nationale productie van waterstof en groen gas lager is dan in de andere scenario’s. In dit scenario is de toekomstige rol van Gasunie het grootst en kunnen we dus het grootste verschil maken. Overigens verschillen de emissiereducties die per scenario voorspeld worden niet veel van elkaar.

Aan de hand hiervan hebben we het volume en de samenstelling van de gassen berekend die we tot 2050 door onze leidingen denken te transporteren. Deze data hebben we afgezet tegen de klimaatdoelen die zijn afgesproken in het nieuwe regeerakkoord. In onze calculaties gaan we uit van nationale klimaatreductiedoelen van 55% voor 2030 en 100% voor 2050; beide ten opzichte van basisjaar 1990. In vervolgstudies op II3050 zullen de verschillende scenario’s opnieuw worden doorgerekend.

We verwachten dat de versnelling in reductie van emissies van CO2-equivalenten als gevolg van onze groengasactiviteiten zichtbaar worden vanaf 2023. Onze warmte- en CCS-activiteiten dragen bij vanaf 2024 en onze waterstofactiviteiten vanaf 2025. Uitgaande van dit scenario betekent dit dat Gasunie tot 2030 33% van het totaal aan CO2-emissies van Gasunie-netwerkgebruikers in Nederland ten opzichte van 2020 helpt reduceren. Tezamen met een reductie van de vraag naar aardgas in dit scenario leidt dit scenario in 2030 tot een reductie van het totaal aan CO2-emissies in Nederland van Gasunie-netwerkgebruikers van 50% ten opzichte van 2020.

Visie 2030: wat hebben we nog nodig?

Om op te schalen moeten we zorgen voor toezeggingen voor lange termijn van afnemers (industrie, energiebedrijven, tuinderscollectieven) in de vorm van contracten en van overheden in de vorm van subsidies en aanvullend beleid. Hierdoor kunnen groene energiedragers concurrerend worden met fossiele energiedragers.

We weten niet of we al onze energietransitieprojecten zullen realiseren, maar het momentum is in 2021 sterk gegroeid. Vrijwel alle onderdelen van onze strategie zien we in 2022 terugkomen in de regeerakkoorden van de nieuwe Nederlandse en Duitse kabinetten. Van het vorige Nederlandse kabinet hebben we in 2021 substantiële financiële toezeggingen gekregen voor de ontwikkeling van WarmtelinQ en de waterstofbackbone. Het Europese Fit for 55-pakket en de stappen die zijn gezet tijdens de VN Klimaatconferentie COP26 in Glasgow leiden tot toenemende Europese steun voor economisch herstel door middel van investeringen in hernieuwbare energie, met name waterstof.

Visie 2030: hoe financieren we het?

De meeste projecten financieren we vanuit ons opgebouwde kapitaal, door het uitgeven van obligaties en het arrangeren van projectfinancieringen, ondersteund door (overheids)subsidies voor het mitigeren van aanlooprisico’s en onrendabele toppen en zo veel mogelijk gedekt door klantcontracten. In projecten die we in consortiumverband ontwikkelen, zorgen partners ook voor een deel van de kapitaalbehoefte. Ons eigen aandeel in de benodigde investeringen begroten we op een totaalbedrag van € 7 miljard, verdeeld over de periode 2021-2030.

Hoe wij waarde creëren

Ons waardecreatiemodel

Met onze bedrijfsactiviteiten streven we naar een zo groot mogelijke economische en maatschappelijke bijdrage met een zo positief mogelijke impact op onze stakeholders. Hoe we dat doen, staat in ons waardecreatiemodel. Dit model maakt duidelijk:

  • Welke bronnen we inzetten;
  • Waarom (visie en missie) en hoe we deze bronnen inzetten (activiteiten);
  • Wat we daarmee beogen te bereiken (strategie);
  • Welke concrete vormen van waarde we hiermee creëren voor onze stakeholders;
  • Welke universele duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) we hiermee ondersteunen.

We onderscheiden vier vormen van langetermijn-waardecreatie. Deze lichten we toe in de gelijknamige hoofdstukken in dit jaarverslag. De komende jaren willen we de  werkelijke (veelal positieve maar soms ook negatieve) waarde die we voor onze stakeholders creëren, uitgebreider in kaart gaan brengen.

Het model hieronder is interactief in de online versie van het jaarverslag. Door daar te klikken op een element, wordt de betreffende paragraaf of het hoofdstuk geopend.

Managementagenda 2021

Ontwikkelt zich conform plan
Ontwikkelt zich gedeeltelijk conform plan
Ontwikkelt zich niet conform plan
Materieel thema/Type waardecreatie *
Strategische richting Energie in transitie Strategische richting Europees verbindend Strategische richting Optimale infrastructuur
Optimaliseren van risico gestuurd asset management met als oogmerk het realiseren van kostenverlaging binnen de grenzen van de 'Licence to Operate'. II, III, interne economische waardecreatie
Optimaliseren van de positie van gas en Gasunie en het behouden van de waarde van het bedrijf door middel van een optimaal reguleringskader en tariefstructuur. I, IV, interne economische waardecreatie
Participeren in het afbouwen van de productie uit het Groningenveld. II, externe maatschappelijke waardecreatie
Het sneller en goedkoper mogelijk maken van groen gas invoeding in het Nederlandse transportsysteem. I, II, externe maatschappelijke waardecreatie
Realiseren van onze veiligheidsdoelstellingen. III, interne & externe maatschappelijke waardecreatie
Onderzoek naar de mogelijkheden van een integratie tussen de Nederlandse en Duitse gasmarkt. II, IV, externe economische waardecreatie
Onze internationale positie in Noordwest-Europa versterken, met name in Duitsland. Wij doen dit via samenwerkingsverbanden en ‘greenfield’ projecten. II, IV, interne economische waardecreatie
Een leidende positie verkrijgen op het gebied van groene waterstof. I, IV, externe maatschappelijke waardecreatie
Een actieve rol nemen bij de ontwikkeling van warmtetransport-infrastructuur, CO₂- transport en opslag en groen gas-infrastructuur. I, IV, externe maatschappelijke waardecreatie
Creëren van een toekomstbestendige organisatie door het verbeteren van onze flexibiliteit en wendbaarheid. I, II, III, interne economische & sociale waardecreatie
Realiseren van onze MVO-doelstellingen. Onderdeel hiervan vormt het realiseren van de Gasunie Green Deals. I, II, III, interne & externe maatschappelijke waardecreatie
Realiseren van onze Digitale Ambitie. I, II, III, interne economische & sociale waardecreatie

* Materiële thema’s
I. Energietransitie
II. Leveringszekerheid
III. Veiligheid van het netwerk
IV. Ontwikkelingen in wet- en regelgeving
V. Relatie met stakeholders en onze omgeving : dit thema komt in alle onderwerpen terug

Volgend hoofdstuk: 04 Onze externe economische waardecreatie