Spring naar inhoud

Onze externe economische waardecreatie

Onze externe economische waardecreatie

Dankzij onze infrastructuur voorzien we energiegebruikers in Noordwest-Europa van toegang tot energie; zonder onderscheid te maken en tegen gelijke voorwaarden. De waarde van beschikbaarheid van energie voor de maatschappij is enorm. We creëren lange termijn economische waarde voor onze shippers en de marktpartijen op ons handelsplatform. Daarbij zoeken we de balans tussen veiligheid, betrouwbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid. In veel gevallen binnen kaders die onze toezichthouders ons opleggen. In dit hoofdstuk gaan we in op de externe economische waarde die we in 2021 hebben gegenereerd.

Gerelateerde materiële thema’s:
# 4 Leveringszekerheid

Gerelateerde SDG’s:
7, 9, 12

Betrokken stakeholders:
Klanten
Energiesector
Toezichthouders

Gecreëerde waarde

In 2021 hebben we onder andere de volgende externe economische waarde gecreëerd:

  • Betrouwbaar gastransport: 4 transportonderbrekingen (norm =< 6)
  • Gasvolume getransporteerd door onze netten: 1.108 TWh
  • Verhandelde hoeveelheid gas op TTF: 47.705 TWh
  • Groene omzet 0,3% / Groene CAPEX 10,5% / Groene OPEX 6,3%

Waardecreatie voor shippers

Hoge transportzekerheid

In Nederland en Duitsland hebben we in 2021 voor onze klanten een hoge transportzekerheid gerealiseerd. Er vonden helaas vier transportonderbrekingen plaats. Op twee locaties hebben onze onderhoudswerkzaamheden geleid tot een kortdurende storing in de gastoever. Als gevolg hiervan heeft een aantal huishoudelijke aansluitingen en een Duitse afnemer korte tijd geen gas gekregen. In de andere twee gevallen hebben de storingen industriële afnemers getroffen. Omdat die onderbrekingen samenvielen met werkzaamheden bij de afnemers zelf hebben zij weinig hinder ondervonden van deze onderbrekingen. Onze interne eis is dat het aantal transportonderbrekingen per jaar nooit hoger is dan zes, hier hebben we aan voldaan in 2021.

Meer gas getransporteerd

Na vijf zeer warme jaren was 2021 qua temperatuur een normaal jaar *. Het gastransport door het GTS-net betrof in 2021 841 TWh (79,3 mrd m3) ten opzichte van 835 TWh (78,7 miljard m3) in 2020. Een stijging van 0,7%. Als we het transport uitsplitsen naar binnenlands verbruik, opslag en export zien we bij alle categorieën maar kleine verschillen tussen 2020 en 2021. Gasunie Deutschland transporteerde in 2021 267 TWh (27,3 mrd m3) door haar netten, een stijging van 6,6% ten opzichte van het volume van 2020 van 250 TWh (25,6 mrd m3) in 2020.

* Normaal = het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1991-2020

Transportzekerheid bij winterkoude

In de tweede week van februari was het opmerkelijk koud, waardoor de vraag naar aardgas in onze voorzieningsgebieden flink toenam. Deze volumes zijn probleemloos verwerkt. Het was niet koud genoeg voor een gastransportrecord. Ter illustratie: door de Nederlandse netten transporteerde GTS op woensdag 10 februari 420 miljoen m3 gas. Dat ligt ruim onder het record van 2 januari 1997, toen we een volume van 527 miljoen m3 transporteerden.

Transportzekerheid bij hoog water

In de derde week van juli kregen we te maken met wateroverlast in Zuid-Limburg, die was ontstaan door overvloedige regenval stroomopwaarts in Duitsland. Twee gasontvangststations (GOS) van GTS in Itteren en Meerssen kwamen onder water te staan en raakten vervuild en beschadigd. Dankzij grote inspanningen van onze medewerkers en hulpdiensten ter plekke en door de inzet van een mobiel GOS hebben er geen transportonderbrekingen plaatsgevonden.

Pieklevering

Pieklevering is een belangrijk publieke taak van GTS voor de kleinverbruikers in Nederland. Pieklevering is aan de orde als de gemiddelde effectieve etmaaltemperatuur lager is dan -9,0°C. GTS zorgt voor alle voorzieningen op het gebied van gasinkoop, flexibiliteitsdiensten en gastransport op het landelijke gastransportnet die nodig zijn om vergunninghouders de pieklevering te laten verzorgen. In 2021 is er geen pieklevering geweest.

Effecten van de hoge gasprijzen

  • Aan het einde van 2021 waren er zeer hoge gasprijzen. Bij de industriële exitpunten van GTS en GUD waren aan het begin van het jaar nog regelmatig zeer hoge exitvolumes te zien. Gedurende het jaar werden de volumes op de industriële exitpunten lager en aan het einde van het jaar waren er regelmatig zeer lage exits.
  • Een ander effect is waarneembaar in het gebruik van de Nederlandse en Duitse bergingen. Deze zijn in de zomer minder gevuld dan gebruikelijk en hebben in de laatste paar maanden van het jaar meer uitgezonden dan normaal in deze periode. Dit resulteert in een historisch lage vulgraad vanaf het begin van de winter tot aan het einde van 2021 en verder.
  • De hoge gasprijzen hebben ook effect gehad op de partijen die transportcapaciteit afnemen in onze netten. In Nederland trok toezichthouder ACM de vergunningen van meerdere shippers in omdat zij in financiële problemen kwamen of failliet gingen als gevolg van de hoge marktprijzen voor aardgas. GTS voerde één keer een restverdeling naar ontvangende vergunninghoudende leveranciers uit *.
  • In Duitsland verstrekte GUD een leningfaciliteit van € 25 miljoen aan Trading Hub Europe (THE) om een liquiditeitstekort aan te zuiveren dat bij THE was ontstaan door de hoge gasprijzen en faillissementen bij shippers. Eind 2021 is een bedrag van € 10 miljoen opgenomen onder deze faciliteit.
  • GTS heeft in 2021 niet garant hoeven te staan voor de betaling van inkoop van gas door dan wel gas ter beschikking hoeven stellen aan vergunninghoudende leveranciers voor de levering aan kleinverbruikers in verband met een beschikking van de ACM om de vergunning van een leverancier in te trekken.

* Door zekerheidsstellingen is het financiële risico voor GTS beperkt gebleven tot € 0,3 miljoen.

Herkomst getransporteerd gas in Nederland

GTS zag in 2021 afgerond 44 miljard m3 geïmporteerd aardgas door zijn net stromen; voor het vierde jaar op rij een nagenoeg onveranderd volume. Hiervan kwam (afgerond) 7,1 miljard m3 van Gate en 3,8 miljard m3 van de op het GTS-net aangesloten gasopslagen in Duitsland.

Transportzekerheid bij lage voorraden

Nu de productie uit het Groningenveld marginaal is en de gasvraag in Nederland niet snel daalt, is onze gasvoorziening nog jaren afhankelijk van Noors en Russisch pijpleidinggas en de zogeheten seizoensbergingen. Ook LNG kan een bijdrage aan de gasvoorziening leveren, maar aanvoer van LNG wordt bepaald door de wereldwijde LNG-markt en kent dus onzekerheden. De recente prijsontwikkelingen heeft ook LNG-stromen gerealloceerd over de wereld, maar de mogelijkheden daartoe worden uiteraard ook bepaald door de vraag en de contracten in andere werelddelen en de fysieke mogelijkheden om additioneel LNG in het Europese gassysteem op te nemen.

De aanvoer van Noors en Russische kent slechts beperkte flexibiliteit. Die flexibiliteit is onvoldoende om het extra benodigde wintervolume te leveren. Dat betekent dat dit extra wintervolume alleen door de seizoensbergingen kan worden geleverd. In de winter is Nederland dus voor de leveringszekerheid afhankelijk van goedgevulde bergingen. Zoals in ons halfjaarbericht al is aangegeven, was de vulgraad van de H-gas bergingen (Bergermeer, Grijpskerk) voor de start van het nieuwe gasjaar 2021-2022 zeer laag. Door het koude voorjaar en de hoge gasprijzen was de vullingsgraad respectievelijk 27% en 50%, terwijl 90% een reguliere vulgraad is bij aanvang van een gasjaar. De L-gas bergingen (Alkmaar en Norg) zijn daarentegen goed gevuld als gevolg van afspraken binnen het zogeheten Gasgebouw en bieden daarmee een basis voor leveringszekerheid.

INTERVIEW: Leveringszekerheid in onzekere tijden

Zelfs in een koude winter blijven onze huizen warm. Gasunie overziet de leveringszekerheid, ook in een krappe markt met hoge gasprijzen. Welke rol we daarin spelen vertellen Britta van Boven, Manager Commerce & Regulation bij Gasunie Nederland, en Matthias Schulz, Manager Business bij Gasunie Deutschland. Britta: “Hopen op een zachte winter is niet voldoende.”

Lees het interview

Leveringszekerheid voor de totale markt is momenteel niet gegarandeerd. De lage vulgraad van de commerciële H-gas bergingen laat dat zien. Dat kan leiden tot onvoldoende gasaanbod voor de industriële sector. In het nieuwe coalitieakkoord is vastgelegd dat “er […] verplichte vullingspercentages [komen] voor de gasvoorraden. Daarmee verkleinen we de afhankelijkheid van andere landen”. Gasunie denkt dat dit een verstandige keuze is, waar snel opvolging aan moet worden gegeven. Ook andere Europese landen hebben vanwege hun importafhankelijkheid afspraken gemaakt. Italië doet dat in de vorm van strategische voorraden, Frankrijk volgens een systeem met verplichte vullingspercentages voor de gasvoorraden. Voor Nederland was dit vanwege het aanwezige Groningenveld nooit een punt. Nu Groningen nog maar marginaal produceert is ons land al een paar jaar, net als de meeste EU-landen, een netto-gasimporteur geworden.

ENTSOG, de Europese vereniging van transmissie systeembeheerders, heeft in 2021 onderzoek gedaan of de EU-infrastructuur (leidingen, mengen, bergingen) het noodzakelijke gasaanbod onder alle omstandigheden bij de gasafnemers kan krijgen. Conclusie is dat dit het geval is. Er is dus transportzekerheid. Dat is iets anders dan leveringszekerheid. Leveringszekerheid zorgt ervoor dat het noodzakelijke gasaanbod onder alle omstandigheden aanwezig is en dat is niet onderzocht door ENTSOG.

Uitbreiding van onze aardgasinfrastructuur

German LNG
Tijdens de energietransitie is een goede infrastructuur voor transport en opslag van aardgas in Noordwest-Europa van groot belang. Duitsland wil de komende decennia de opwekking van elektriciteit uit steenkool en bruinkool beëindigen. Tijdens de overgangsperiode gaat het land meer aardgas gebruiken. Tegelijkertijd wil Duitsland de afhankelijkheid van Russisch gas beperken.

Gasunie is samen met partners al enkele jaren bezig met alle benodigde voorbereidingen voor de bouw van een LNG-terminal in Brunsbüttel in Sleeswijk-Holstein. Het belang van dergelijke faciliteiten voor het functioneren van de gasmarkt in Duitsland is door de gasprijsontwikkeling en de discussie over de internationale levering van aardgas sterk naar voren gekomen. Wij hebben in 2021 nog geen investeringsbesluit kunnen nemen omdat wij nog geen afdoende zekerheden over de contracten met onze klanten konden verwerven.

In de komende periode spannen wij ons samen met onze klanten en de Duitse overheid in om dit investeringsbesluit te gaan realiseren. Wij zijn van plan om de locatie van de terminal ook aan te wenden voor de aanlanding van duurzame gassoorten, waardoor de terminal ook in de energietransitie een vooraanstaande rol kan gaan vervullen.

Aansluiting LNG-terminals
In 2018 en 2019 ontving GUD aanvragen voor de aansluiting van LNG-terminals in Brunsbüttel en Stade. Gasunie is partner in het Brunsbüttel-project. Als gevolg van een wijziging van de Gasnet Toegangsverordening (GasNZV) met betrekking tot de aansluiting van LNG-terminals op het netwerk, zijn netbeheerders verplicht om pijpleidingen aan te leggen en te exploiteren voor de aansluiting van LNG-terminals. De kosten voor aansluiting op het netwerk kunnen worden terugverdiend via transporttarieven.

De nodige aanpassingen van de gasinfrastructuur om beide terminals aan te sluiten op het gasnet van GUD werden begin 2021 door het BNetzA goedgekeurd. Beide terminals lopen echter achter op hun oorspronkelijke tijdschema en er zijn nog geen definitieve investeringsbeslissing over genomen.

Netuitbreiding naar Wolfsburg
Volkswagen AG in Wolfsburg verzocht in 2017 om een netwerkuitbreiding om zijn nieuwe gasgestookte elektriciteitscentrales vanaf 2022 te bevoorraden ter vervanging van steenkool en om de CO2-uitstoot van VW met 1,5 miljoen ton per jaar te verminderen. Om in de gevraagde capaciteit te voorzien, wordt door GUD een 33 km lange gasleiding van Walle naar Wolfsburg aangelegd.

In december 2020 en februari 2021 zijn twee relevante vergunningsgoedkeuringen ontvangen. Sommige landeigenaren dienden bij OVG Lüneburg een klacht in tegen de goedkeuring van de vergunning. Terwijl de klachten nog in behandeling zijn, zijn de bouwwerkzaamheden in 2021 volgens plan verlopen en is de inbedrijfstelling gepland voor april 2022.

Waardecreatie door onze deelnemingen

Nord Stream 1: continu in bedrijf

In 2021 heeft Nord Stream 59,2 miljard m3 aardgas getransporteerd, gelijk aan 2020 (59,2 miljard m3). Ook in 2021 waren er geen ongeplande onderbrekingen, waardoor de beschikbare capaciteit vrijwel continu volledig is benut. In november 2021 was het tien jaar geleden dat de eerste van de twee Nord Stream 1-leidingen operationeel is geworden; de tweede leiding volgde in oktober 2012. In de eerste tien jaar sinds de inbedrijfname is er circa 432 miljard m3 aardgas getransporteerd.

Gate: belangrijk voor leveringszekerheid

  2021 2020
     
Invoeding van LNG in GTS-netwerk in miljard m3 7,1 6,7
Aantal grote tankers 102 90
Aantal kleinere tankers 142 125
Aantal geladen trucks en containers 8.468 5.409

In 2021 lag het aantal bunkertankers en containertrucks dat bij Gate kwam laden opnieuw op hoog niveau. Hierbij valt op dat het aantal kleinere schepen (voor het leveren van LNG als scheepsbrandstof) en truckladingen een sterke groei laten zien. Dit geeft weer dat LNG als relatief schone brandstof voor scheepvaart en industriële toepassingen aan belang wint.

Door de grote doorzet van aardgas naar het GTS-net blijft Gate een belangrijke bijdrage leveren aan de leveringszekerheid van aardgas in Nederland, de positionering van het Gasunie-netwerk in de internationale gasstromen en aan de marktwerking voor aardgas in onze Noordwest-Europese regio.

In juni en juli 2021 heeft Gate succesvol groot onderhoud op de terminal uitgevoerd. In juli en oktober 2021 heeft Gate terminal voldoende bindende marktinteresse ontvangen om de uitzendcapaciteit met 1,5 BCM per jaar te verhogen tot 13,5 BCM per jaar. Deze extra capaciteit wordt naar verwachting opgeleverd in 2024.

Balgzand-Bacton Leiding: volatiliteit

In 2021 heeft BBL ruim 25,8 TWh gas (2020: 11,2 TWh) naar het Verenigd Koningrijk vervoerd en via de reverse flow-dienst 9,7 TWh gas (2020: 25,1 TWh) naar Nederland vervoerd. BBL kende in 2021 één geplande transportonderbreking en één ongeplande transportonderbreking (23-28 maart, lekke isolatiekoppeling).

BBL was in 2021 het middelpunt van de volatiele marktontwikkelingen tussen TTF en NBP, die het publiek met name in het derde en vierde kwartaal 2021 heeft kunnen zien. BBL-shippers hebben de tijdelijk extreem grote prijsverschillen tussen TTF en NBP verzilverd en hiervoor op korte termijn capaciteit gekocht.

Voor BBL is de benutting van de leiding de bevestiging dat het aanbieden van de physical reverse flow-dienst (sinds 2019) in de behoefte voorziet. De prijsverschillen tussen TTF en NBP bepalen of het gas westwaarts of oostwaarts stroomt.

De marktdynamiek in de laatste twee kwartalen maakte het noodzakelijk de stroomrichting van de leiding frequent en snel te wisselen. Gelet op het technisch ontwerp van de leiding is dit voor BBL niet in deze frequentie en snelheid uitvoerbaar waardoor de kosten en de financiële risico’s van de bedrijfsvoering zijn toegenomen.  BBL is in overleg met de toezichthouders in Nederland en het Verenigd Koninkrijk om hier een oplossing voor te vinden.

De Brexit-overgangsperiode kwam op 1 januari 2021 tot een eind. Met douane-adviseurs is samengewerkt om aan de nieuwe voorwaarden te voldoen. In december 2021 vierde BBL zijn 15-jarig bestaan.

EnergyStock: aantrekkelijk voor shippers

In 2021 is EnergyStock er net als in voorgaande jaren in geslaagd om haar capaciteit vrijwel geheel te vermarkten. Dat is bijzonder, omdat de markt voor flexibiliteit in Noordwest-Europa een structureel overaanbod kent waardoor de tarieven voor opslagdiensten al jaren onder druk staan. De installatie van EnergyStock onderscheidt zich door snelle cycli van input en output waardoor ze aantrekkelijk blijft voor shippers. Begin 2021 is de in 2020 ontwikkelde extra caverne volledig in gebruik genomen in de pool van de beschikbare capaciteiten van de gehele installatie. Met deze extra caverne is EnergyStock in staat om de bestaande functionaliteit van de gasopslag verder te optimaliseren.

EUGAL: lagere bezetting door vertraging Nord Stream 2

De leveringszekerheid van Europa is gebaat bij een ruim aanbod van internationale gastoevoerleidingen. Door Amerikaanse sancties en Duitse reguleringsbezwaren werd de oplevering van de nieuwe toevoerleiding Nord Stream 2 in 2021 vertraagd. Nord Stream 2 is in 2021 gereedgekomen, maar heeft in het verslagjaar nog geen gas getransporteerd naar Duitsland. Door de onlangs aangekondigde nieuwe sancties tegen Rusland vanwege de situatie in Oekraïne kan deze situatie voortduren. Gasunie heeft geen aandelenbelang in Nord Stream 2, maar wel een belang van 16,5% in EUGAL, een nieuwe gasleiding die aardgas vanaf Nord Stream 1 en -eventueel- Nord Stream 2 van de Oostzee naar de Tsjechische grens brengt. De lager dan verwachte bezettingsgraad van EUGAL krijgt over de levensduur van de leiding geen omzetgevolgen voor GUD, door de werking van de Duitse regulering.

Hynetwork Services: veilig waterstoftransport

In Zeeland is in 2017 de eerste gastransportleiding geschikt gemaakt voor het transport van waterstof. In 2021 heeft de waterstofleiding van Hynetwork Services zonder onderbrekingen 1.176 ton (13,1 mln m3 (2020: 2.644 ton, 29,4 miljoen m3) grijze waterstof getransporteerd tussen chemiebedrijf Dow Chemicals en kunstmestproducent Yara in Zeeland.

Waardecreatie voor handelaren

TTF: marktaandeel blijft toenemen

In 2021 bereikte de  hoeveelheid verhandeld volume op ons virtuele handelsplatform Title Transfer Facility (TTF) een nieuwe recordhoogte. Ook was het aantal op TTF actieve partijen groter dan ooit.

  2021 2020 toename
Verhandelde hoeveelheid gas op TTF (TWh) 47.705 45.526 5%
Maximum aantal actieve partijen op één dag 175 170 3%
Hoeveelheid gas door GTS-netwerk via TTF (TWh) 513 505 2%

De gashandel op een gashandelsplaats kent twee hoofdroutes: over-the-counter (OTC; waarbij gas rechtstreeks bij een wederpartij wordt ingekocht) of via een gasbeurs (waarbij de beurs de centrale wederpartij voor alle handelaren is). De OTC-handel is in 2021 flink afgenomen: van 27.120 TWh (in 2020) naar 19.610 TWh. Het via gasbeurzen verhandelde TTF-deel groeide daarentegen sterk: van 18.406 TWh naar 28.094 TWh in 2021.

TTF bouwde haar voorsprong op de andere Europese gashandelsplaatsen verder uit het afgelopen jaar. In 2021 vond bijna 80% van de Europese gashandel plaats op TTF, tegenover 72% in 2020. Dit geeft opnieuw aan dat de Nederlandse gashandelsmarkt goed werkt en TTF een leidende positie heeft in Europa.

Vertogas: volume opnieuw gestegen

Producenten van groen gas hebben subsidie nodig om rendabel te zijn. Om voor subsidie in aanmerking te komen, is een bewijs nodig dat het gas duurzaam is. Vertogas bevestigt met haar certificaten deze oorsprong.

Het volume door Vertogas gecertificeerd groen gas is in 2021 opnieuw gestegen, van 201 miljoen m3 in 2020 naar 225 miljoen m3 in 2021. De toename vond voornamelijk plaats als gevolg van nieuwe groengasproductie-installaties die in 2021 gestart zijn.

De certificaten die door Vertogas worden uitgegeven, ook wel Garanties van Oorsprong  (GvO’s) genoemd, vertegenwoordigen een waarde voor opwekkers en handelaren in groen gas. De totale waarde die gemoeid is met de in 2021 uitgegeven certificaten schatten we op € 150 miljoen.

Het aantal producenten van hernieuwbaar gas (groen gas) waarvoor GvO’s werden uitgegeven bedroeg in 2021 59, het aantal handelaren 75 en het aantal eindgebruikers 80. Ultimo 2020 bedroeg dit 53 producenten, 66 handelaren en 65 eindgebruikers.

In de energietransitie naar 2050 gaat ook waterstof een grote rol spelen. Voor de marktontwikkeling is certificering van groene waterstof essentieel. Vertogas is lid van het CertifHy-project ten behoeve van de Europese certificering van waterstof. Vanaf 2022 wordt Vertogas ook verantwoordelijk voor het uitgeven van GvO's voor groene waterstof.

Fusie van Duitse marktgebieden

Naar aanleiding van een wettelijke verplichting hebben alle Duitse TSO's samen in 2018 een project geïnitieerd om de twee bestaande Duitse marktgebieden samen te voegen tot één grote virtuele handelshub in Duitsland en één operator van het marktgebied: Trading Hub Europe (THE). In 2021 zijn alle nodige contracten tussen de Duitse gastransportbedrijven en THE gesloten, zijn de IT-systemen goedgekeurd en is de nieuwe, gefuseerde marktzone volgens plan op 1 oktober 2021 van start gegaan. Het marktgebied van THE omvat 400.000 kilometer aan hogedrukgasleidingen, die ruim 700 regionale en lokale gasnetten voeden. Gasunie verwacht dat THE leidt tot een grotere liquiditeit op de Duitse gasmarkt. Een geïntegreerd Duits marktgebied maakt een verdere Noordwest-Europese marktintegratie gemakkelijker te bereiken.

Waardecreatie volgens de EU-Taxonomieverordening

De Europese Unie wil in 2050 klimaatneutraal zijn. In 2018 is hiervoor het EU-actieplan voor de financiering van duurzame groei aangenomen. Dit actieplan bevat drie belangrijke doelstellingen:  

  • her-allocatie van kapitaal naar meer duurzame financieringen;
  • risicomanagement dat in de gehele procedure rekening houdt met ESG-criteria; 
  • rapporteren en extern verantwoording afleggen over duurzame financieringen.

Een van de stappen om deze doelen te realiseren is het opzetten van een EU-classificatiesysteem voor duurzaamheidsactiviteiten, de EU Taxonomieverordening. De huidige taxonomie kent zes milieudoelstellingen: 

  • mitigatie van klimaatverandering;
  • adaptatie aan klimaatverandering;
  • het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen;
  • de transitie naar een circulaire economie;
  • de preventie en bestrijding van verontreiniging;
  • de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen.

Organisaties die onderworpen zijn aan de EU-richtlijn niet-financiële verslaggeving (EU NFRD -2014/95/EU), zoals Gasunie, moeten in hun jaarverslag 2021 rapporteren over het aandeel in aanmerking komende (‘taxonomy eligible’), en het aandeel niet-in aanmerking komende (taxonomy non-eligible) economische activiteiten die kunnen bijdragen aan de milieudoelstellingen mitigatie en adaptie van klimaatverandering in hun totale omzet, kapitaalsuitgaven (CAPEX) en operationele uitgaven (OPEX).

Gasunie heeft in 2021 een beperkte omzet uit hoofde van in aanmerking komende economische activiteiten. In totaal gaat het om € 4,5 miljoen (activiteit 4.14 en 8.2). Dat is 0,3% van onze totale omzet. In onderstaande tabel geven we onze in aanmerking komende CAPEX en OPEX weer.

Taxonomie eligible activiteiten   CAPEX   OPEX
  in miljoenen euro's % van het totaal in miljoenen euro's % van het totaal
Mitigatie van klimaatverandering        
4.12 Opslag van waterstof  0,2  0,1%  3,5  0,6%
4.14 Transmissie- en distributienetwerken voor hernieuwbare en koolstofarme gassen  16,9  4,8%  14,1  2,3%
4.15 Distributie van stadsverwarming- en koeling  18,4     5,2   
5.11 Vervoer van CO2  1,0  0,3%  7,6  1,2%
6.5 Transportmiddelen met lage uitstoot - 0,0%  0,6  0,1%
8.2 Gegevensgestuurde oplossingen voor broeikasgasemissiereducties  0,5  0,1%  0,9  0,1%
9.1 Dicht bij de markt aansluitend(e) onderzoek, ontwikkeling en innovatie - 0,0%  7,6  1,2%
         
Totaal taxonomie eligible activiteiten  36,9  10,5%  39,3  6,3%
Totaal taxonomie non-eligible activiteiten  313,3  89,5%  584,0  93,7%
Totaal  350,2  100,0%  623,3  100,0%

Voor een beschrijving van bovenstaande in aanmerking komende activiteiten verwijzen we naar bijlage I en II van de Europese gedelegeerde verordening. Al onze in aanmerking komende activiteiten uit de taxonomie zijn toegewezen aan activiteiten behorende bij de doelstelling mitigatie van klimaatverandering. Er is daarom geen sprake van het dubbel toewijzen aan meerdere klimaatdoelstellingen.

Onze in aanmerking komende projecten bestaan met name uit onze investeringen in waterstof (activiteit 4.12 en 4.14), onze investeringen in warmte (activiteit 4.15), onze investeringen in groen gas (activiteit 4.14) en onze investeringen in CO2-opslag, hergebruik en transport (5.11). Studies die in 2021 ten aanzien van de energietransitie zijn uitgevoerd, zijn opgenomen onder activiteit 9.1.

Basis voor de opstelling

Bovenstaande KPI’s zijn opgesteld in overeenstemming met de rapportagevereisten uit artikel 8 van de delegated act behorende bij EU verordening 2020/852. Deze rapportagevereisten zijn nader gespecificeerd in bijlage I en II van de delegated act.

De basis voor de KPI’s in bovenstaande tabel zijn de geconsolideerde financiële overzichten van de N.V. Nederlandse Gasunie.

Omzet KPI
Het aandeel van in aanmerking komende economische activiteiten in onze totale omzet hebben we berekend door de omzet van in aanmerking komende activiteiten (teller) te delen door de totale netto-omzet (noemer) zoals opgenomen in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening over 2021. In de geconsolideerde jaarrekening zijn ook de gehanteerde grondslagen ten aanzien van de netto-omzet nader uiteengezet.

CAPEX KPI
Het aandeel van in aanmerking komende economische activiteiten in onze CAPEX hebben we berekend door de CAPEX van in aanmerking komende economische activiteiten (teller) te delen door de totale CAPEX (noemer). In de teller zijn investeringen in materiële vaste activa en investeringen in joint ventures die in aanmerking nemende economische activiteiten uitvoeren meegenomen. Deze jaarrekeningposten lichten we toe in noot 5 en noot 7 van de geconsolideerde jaarrekening 2021.

In de jaarrekening brengen we bijdragen van derden (waaronder subsidies), in overeenstemming met de waarderingsgrondslagen voor de materiële vaste activa, in mindering op de investeringsbedragen. Voor 2021 bedragen de bijdragen derden met betrekking tot de in aanmerking komende economische activiteiten € 18,4 miljoen en voor de niet in aanmerking komende activiteiten € 0,1 miljoen. In bovenstaande tabel is de CAPEX gecorrigeerd voor bijdragen derden. Samenvattend bestaat de totale CAPEX uit de volgende bedragen:

In miljoenen euro's 2021
Investeringen in materiële vaste activa  311,8 
Investeringen in joint ventures  19,9 
Correctie voor bijdragen derden (waaronder subsidies)  18,5 
Totaal CAPEX  350,2 

OPEX KPI
Het aandeel van in aanmerking komende economische activiteiten in onze OPEX hebben we berekend door de OPEX van in aanmerking komende activiteiten (teller) te delen door de totale OPEX (noemer). Volgens de EU-taxonomie bestaat de OPEX uit alle directe en indirecte kosten die nodig zijn om de effectieve werking van de activa te garanderen. Als energie-infrastructuurbedrijf hebben wij het uitgangspunt gehanteerd dat de totale lasten exclusief de afschrijvingskosten hiervoor nodig zijn. De totale lasten bestaan uit de personeelskosten en overige kosten minus de aan investeringen toegerekende kosten zoals opgenomen in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening over 2021. Samenvattend bestaat de totale OPEX uit de volgende bedragen:

In miljoenen euro's 2021
Aan investeringen toegerekende kosten  -61,6 
Personeelskosten  198,3 
Overige kosten  486,6 
Totaal OPEX  623,3 

Volgend hoofdstuk: 05 Onze externe maatschappelijke waardecreatie