Spring naar inhoud

Ons verhaal over 2021

Versnellen richting 2030

Ten tijde van de publicatie van dit jaarverslag volgen de gebeurtenissen rond de Russische inval in Oekraïne elkaar in hoog tempo op. Gasunie leeft mee met de bevolking die nu lijdt onder het oorlogsgeweld. Het is duidelijk dat deze oorlog ook gevolgen heeft voor de Europese energiemarkten waarop Gasunie en haar deelnemingen actief zijn. Het is nog niet mogelijk om in dit verslag uitspraken te doen over de implicaties van deze ontwikkelingen. We verwijzen onze lezers naar noot 36 in de jaarrekening, ‘Gebeurtenissen na balansdatum'.
 

Een jaar geleden stond ons jaarverslag in het teken van Visie 2030, ons wensbeeld voor de energievoorziening in 2030 met daaraan gekoppeld onze acties om dit werkelijkheid te maken. De meeste plannen bestonden begin 2021 vooral binnen de muren van ons bedrijf. Begin 2022 kunnen we vaststellen dat de eerste investeringsprojecten daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden. WarmtelinQ (restwarmte) gaat er komen en we staan op het punt om te beslissen over Porthos (CO2-transport en -opslag) en HyTransport (regionale waterstofinfrastructuur Rotterdam). Daarnaast zijn we door de Nederlandse regering gevraagd te starten met de aanleg van de nationale waterstofbackbone.

Gasunie constateert dat de technische mogelijkheden en het benodigde kapitaal voor de energietransitie in belangrijke mate in de samenleving aanwezig zijn. Bovendien nemen niet alleen de maatschappelijke en politieke bereidheid toe, ook de intrinsieke motivatie van consumenten en bedrijven wordt groter. Nu is het van belang om ook echt stappen te zetten en de pas te versnellen. De doorlooptijd van een nieuwe elektriciteitsverbinding, gas- of warmteleiding is lang. Nieuwe technologie moet worden getest, vergunningentrajecten duren een flinke tijd, net als de dialoog tussen alle projectpartijen. Dergelijke lange doorlooptijden voor het realiseren van duurzame-energie-infrastructuur kunnen we ons als samenleving niet meer veroorloven, willen we de klimaatdoelen voor 2030 halen. En die doelen vormen minder dan de helft van de totale ambitie voor 2050. Het is dus alle hens aan dek.

Toekomstgericht denken

Een brede, toekomstgerichte integrale benadering van het energiesysteem is uitermate belangrijk. De energiemix van de toekomst is er één die allerlei verschillende modaliteiten combineert. Veel meer dan hoe wij nu onze energievoorziening hebben georganiseerd. Nederland en Noord-Duitsland hebben een uitstekende uitgangspositie voor het bereiken van de nationale en Europese klimaatdoelen: (offshore) productieruimte voor duurzame elektriciteit, infrastructuur voor import, opslag en (inter)nationaal transport én de vereiste noodzakelijke kennis en kunde.

In Nederland laten landelijke en regionale netbeheerders met de studie II3050 zien wat het resultaat kan zijn van een dergelijke integrale benadering: een onderbouwde scenariobeschrijving die de mogelijkheden en de bijbehorende implicaties schetst, als basis voor besluiten. Vooruitkijken en vooruitbouwen is voor ons als netbeheerders cruciaal: duurzame energie komt niet van producent naar consument zonder dat er van tevoren nieuwe infrastructuur is aangelegd. En datzelfde geldt voor het opslaan van afgevangen CO2.

Er is meer goed nieuws: de kostprijs van veel nieuwe technieken gaat harder omlaag dan gedacht en er is nu dus al meer mogelijk dan we enkele jaren geleden verwachtten. In combinatie met de beschikbaarheid van financiële middelen creëert dat enorme mogelijkheden. Durven bedrijven, burgers en overheden het aan om op basis van de kennis die er is, de middelen die we ter beschikking hebben en de technieken die binnen handbereik komen over onze schaduw heen te stappen en écht radicaal te kiezen voor de energietransitie? Wij hopen van wel!

Erkenning voor tijdelijk fossiel

Een radicale en noodzakelijke keuze voor een CO2-neutrale energievoorziening betekent -paradoxaal genoeg- ook het erkennen als maatschappij dat we tot ongeveer halverwege deze eeuw aardgas nodig hebben. Als de zon niet schijnt en de wind niet waait, leveren door aardgas gevoede elektriciteitscentrales de tekorten aan stroom aan, tot het tijdperk aanbreekt dat duurzame energiedragers als waterstof en groen gas deze rol overnemen. Als we het oude energiesysteem sneller afbreken dan we het nieuwe energiesysteem opbouwen, dan kunnen we nieuwe perioden van schaarste verwachten. Bij Gasunie houden we daarom een scherpe focus op het uitvoeren van onze kerntaak: zorgen voor toegankelijk en efficiënt transport en opslag van aardgas, waarbij we er ook alles aan doen om de maatschappelijk zo gewenste sluiting van het Groningenveld te faciliteren. 

Organisatieontwikkeling 

Voor het realiseren van onze strategie is het essentieel dat onze organisatie zich continu ontwikkelt en verbetert. We zien de energietransitie als een wedstrijd die we moeten winnen voor de generaties die na ons komen. En voor die wedstrijd zijn de beste teams nodig, waaronder die van Gasunie. Om onze energietransitiedoelen op tijd te bereiken, zijn we in 2021 gestart met het opschalen van ons personeelsbestand. Een grote uitdaging, aangezien we in veel domeinen te maken hebben met krapte op de arbeidsmarkt.  

De snel veranderende omgeving vraagt flexibiliteit en doorzettingsvermogen van onze samenwerkingspartners en van onze mensen. We willen onze stakeholders daarom bedanken voor hun inspanningen het afgelopen jaar, en daarbinnen vooral onze eigen collega’s. Zij zorgen dag in dag uit, voor veilig en efficiënt transport en opslag van aardgas en bouwen aan een nieuw, robuust en duurzaam energiesysteem.

Ons bedrijfsresultaat is in 2021, gecorrigeerd voor het effect van een in het verleden verantwoorde bijzondere waardevermindering, met € 144 miljoen gedaald ten opzichte van 2020. De omzet was weliswaar hoger dan vorig jaar, maar het effect van hogere energieprijzen door de economische en geopolitieke turbulentie was vele malen hoger. Daarnaast zijn we actiever geworden in de energietransitie; waar voorbereidingskosten mee zijn gemoeid. Deze activiteiten dragen er aan bij dat we in de komende jaren aanzienlijke vooruitgang kunnen boeken bij de realisatie van onze strategie. Wij denken dat we er klaar voor zijn. Laten we ons tempo op weg naar 2030 versnellen!

Han Fennema, Janneke Hermes, Bart Jan Hoevers en Ulco Vermeulen

De raad van bestuur van Gasunie. Van links naar rechts: Han Fennema, Ulco Vermeulen, Bart Jan Hoevers, Janneke Hermes.

Financiële en niet-financiële resultaten

Om de waarde die we als onderneming creëren zichtbaar te maken, rapporteren wij financiële en niet-financiële resultaten. In onderstaande afbeelden laten we zien wat onze invloed kan zijn op de energietransitie en welke voortgang we maken in het realiseren van ons aandeel in de transitie. We dragen bij aan het reduceren van emissies door het bouwen van onder meer waterstof- en warmtetransport infrastructuur en het transporteren van fossielvrije energie. Door hergebruik van bestaande assets dragen we bij aan het betaalbaar houden van de energievoorziening.
 

Onze invloed op het realiseren van de Nederlandse klimaatdoelstellingen*

* We lichten ons transitiepad toe in paragraaf Visie 2030: bijdrage aan het bereiken van nationale emissiedoelen.
 

Voortgang in onze Visie 2030-projecten**

** We lichten de voortgang in onze Visie 2030-projecten toe in hoofdstuk Onze investeringen in duurzame energie-infrastructuur. In Zeeland exploiteren we een waterstofleiding van 13 kilometer. In Zuid-Holland hebben we een investeringsbeslissing genomen voor 31 kilometer aan warmteleidingen.

Transitiemonitor

    2021 2030
       
    Gerealiseerd Doelstelling
Hergebruik van activa % herbestemde activa in de backbone 0% 83%
Reductie van onze eigen emissies Reductie van CO2-equivalenten -3,20% -30%
Getransporteerd volume groen gas % groen gas in totaal methaantransportvolume 0,30% 9,30%
Aandeel nulemissiegassen in transport Nulemissiegassen als % van totaal transportvolume 0,05% 19,10%
CO2-emissies van derden gefaciliteerd Reductie van CO2 in de keten per TWh getransporteerd gas 0,07MT 21MT

Onze financiële resultaten zijn als volgt:

Gerapporteerd 2021 2020
In miljoenen euro’s    
     
Opbrengsten 1.386  1.372 
Totale lasten -971  -513 
     
Bedrijfsresultaat 415  859 
Financiële baten en lasten -57  -68 
Resultaat deelnemingen 62  62 
     
Resultaat voor belastingen 420  853 
Belastingen -109  -253 
     
Resultaat na belastingen 311  600 

Opbrengsten

De gerealiseerde omzet is € 14 miljoen hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Deze stijging is het gevolg van enerzijds hogere tarieven, volgend uit de methode van regulering, en anderzijds hogere capaciteitsverkopen door BBL. De omzet uit gereguleerde activiteiten in Nederland is ongeveer € 20 miljoen hoger dan in 2020. Door veranderde gasstromen is de omzet uit gereguleerde activiteiten in Duitsland ruim € 10 miljoen lager dan in 2020. De gemiste inkomsten worden in de komende jaren terugverdiend. De omzet uit niet-gereguleerde of van regulering vrijgestelde activiteiten bedraagt bijna € 170 miljoen en is ruim € 15 miljoen gestegen ten opzichte van vorig jaar. 

De methode van regulering in zowel Nederland als Duitsland bevat diverse reguliere nacalculaties. Als de werkelijke omzet afwijkt van de toegestane omzet, wordt het verschil in de tarieven van volgende jaren verrekend. Ook voor een deel van de energiekosten voor het gastransport geldt een mechanisme van nacalculatie. Voor de effecten hiervan verwijzen we naar paragraaf Regulatoire verrekeningen.

Bedrijfsresultaat

Het bedrijfsresultaat is € 444 miljoen lager dan vorig jaar. In de eerste plaats is dit het gevolg van een terugname van een in het verleden verantwoorde bijzondere waardevermindering van € 300 miljoen in 2020. Gecorrigeerd voor dit effect is het bedrijfsresultaat € 144 miljoen lager dan in 2020. Deze terugname is ook grotendeels de oorzaak van de gestegen afschrijvingskosten met € 21 miljoen ten opzichte van 2020.

De operationele kosten zijn € 15 miljoen hoger dan vorig jaar. Dit is vooral het gevolg van het verder opschalen van de energietransitie-activiteiten. Hierdoor zijn het aantal medewerkers in dienst en het aantal medewerkers dat we inhuren aanzienlijk gestegen. 

De energiekosten voor gastransport zijn € 110 miljoen hoger dan vorig jaar. Dit wordt voor ongeveer 80% veroorzaakt door hogere energietarieven in met name de tweede helft van 2021. Daarnaast is het energieverbruik van de installaties toegenomen als gevolg van een hogere inzet. De hogere energiekosten in 2021 worden door de toezichthouder voor het merendeel nagecalculeerd, waardoor deze hogere kosten in de komende jaren terugvloeien naar Gasunie als hogere omzet.

Resultaat na belastingen

Het resultaat na belastingen is € 289 miljoen lager dan in 2020. Gecorrigeerd voor het effect van de terugname van de in het verleden verantwoorde bijzondere waardevermindering is het resultaat na belasting € 64 miljoen lager.

In 2021 zijn twee obligatieleningen geherfinancierd tegen een lagere rente. Mede hierdoor is het saldo van de financiële baten en lasten € 11 miljoen lager dan in 2020. Het resultaat van deelnemingen is vergelijkbaar met vorig jaar.

De belastinglast is € 144 miljoen lager dan in 2020. Het belastbaar resultaat in 2021 is lager. Daarnaast is de belastinglast, zowel in 2020 als in 2021, aanzienlijk beïnvloed door de effecten van de aanpassingen van de tarieven voor de vennootschapsbelasting in Nederland.

Balans 2021 2020
In miljoenen euro’s    
Vaste activa  10.135  10.143 
Eigen vermogen  6.429  6.341 
Balanstotaal  10.480  10.386 
Geïnvesteerd kapitaal  9.877  9.876 
     
Kasstroomoverzicht 2021 2020
Kasstroom uit operationele activiteiten  676  815 
Kasstroom uit investeringsactiviteiten  -314  -354 
Kasstroom uit financieringsactiviteiten -341 -489 
Netto kasstroom 20 -27 
     
Ratio’s 2021 2020
ROIC 3,9% 5,2%*
ROE 4,8% 6,1%*

Investeringen

De totale investeringswaarde in het pijpleidingproject EUGAL bedraagt voor Gasunie Deutschland circa € 400 miljoen, waarvan circa € 380 miljoen is gerealiseerd ultimo 2021. De verwachte totale investeringen voor de stikstoffabriek in Zuidbroek bedragen circa € 500 miljoen, waarvan circa € 415 miljoen is gerealiseerd ultimo 2021.

De investeringen op het gebied van duurzame energie bedroegen in 2021 circa € 50 miljoen en betroffen onder meer WarmtelinQ (warmtenet in Zuid-Holland), Porthos (CCS) en SKW (groen gas). 

Financiële vooruitzichten

We verwachten dat het bedrijfsresultaat de komende jaren daalt in vergelijking tot 2021, met name vanwege dalende gereguleerde omzet en een verdere toename van activiteiten voor de energietransitie. Daarnaast verwachten we in 2022 een effect van hogere energieprijzen.

Voor de komende jaren verwachten we een investeringsniveau van tenminste € 200 miljoen tot € 300 miljoen per jaar. Zodra we investeringsbesluiten hebben genomen voor onze Visie 2030 ambities kan het investeringsniveau de komende jaren oplopen tot € 600 miljoen tot € 700 miljoen per jaar. In 2020 bedroeg het investeringsniveau circa € 350 miljoen. 

Regulatoire verrekeningen

De reguleringsmethodiek kan verrekening in volgende jaren veroorzaken. Onder de huidige IFRS-boekhoudregels is het niet toegestaan om regulatoire verrekeningen als vordering of schuld in de balans te verantwoorden. Als gevolg hiervan verantwoorden we regulatoire verrekeningen onder IFRS niet in het jaar waarin ze zijn ontstaan, maar in het jaar waarin de verrekeningen in de tarieven plaatsvinden. Dit leidt tot timingsverschillen tussen IFRS en het regulatoire verdienmodel die periodieke waardeveranderingen tot gevolg kunnen hebben.

In de afgelopen jaren kregen netbeheerders in Duitsland tijdens de bouwfase van een uitbreidingsinvestering al een investeringsvergoeding. Na ingebruikname van de investering moest deze investeringsvergoeding terugbetaald worden over een periode van twintig jaar. De regelgeving hierover is in 2021 gewijzigd, waardoor ook de terugbetaalverplichting is komen te vervallen.

In onderstaande overzichten is de omzet gecorrigeerd voor regulatoire verrekeningen, als gevolg van afwijkingen tussen de toegestane en werkelijke omzet en energiekosten (ENF), weergegeven. Bijzondere verrekeningen, zoals verrekeningen als gevolg van eerdere beroepsprocedures, laten we in onderstaande overzichten buiten beschouwing.

Gasunie Transport Services 2021 2020
In miljoenen euro’s    
     
Opbrengsten op basis van IFRS grondslagen  966   946 
Dit jaar ontvangen regulatoire verrekeningen ter compensatie van voorgaande jaren -26  5 
Toekomstig te ontvangen verrekening voor behaalde omzet/ENF (versus toegestane omzet-ENF) voor dit jaar 103  36 
Investeringsvergoedingen - -
Opbrengsten gecorrigeerd voor regulatoire verrekeningen  1.043   986 
Gasunie Deutschand 2021 2020
In miljoenen euro’s    
     
Opbrengsten op basis van IFRS grondslagen  299  311
Dit jaar ontvangen regulatoire verrekeningen ter compensatie van voorgaande jaren -27 -25
Toekomstig te betalen verrekening voor behaalde omzet/ENF (versus toegestane omzet-ENF) voor dit jaar  -1  -41
Investeringsvergoedingen - -20
Opbrengsten gecorrigeerd voor regulatoire verrekeningen 271 225

De genormaliseerde EBITDA gecorrigeerd voor bovengenoemde regulatoire verrekeningen (het onderliggende resultaat) bedraagt in 2021 € 813 miljoen (€ 840 miljoen in 2020).

In de tarieven van 2021 is een bedrag verrekend van € 53 miljoen vanuit voorgaande jaren. Dit bedrag bestaat uit een positieve verrekening van € 26 miljoen voor Gasunie Transport Services en een positieve verrekening van € 27 miljoen voor Gasunie Deutschland.

De in 2021 gerealiseerde omzet en energiekosten wijken af van de norm die is vastgesteld door de toezichthouders in Nederland en Duitsland. Voor Gasunie Transport Services bedraagt deze afwijking per saldo € 103 miljoen en voor Gasunie Deutschland per saldo € 1 miljoen. Deze bedragen worden verrekend in de tarieven van de volgende jaren.

De onderstaande overzichten tonen het verloop van de te verrekenen regulatoire vorderingen en schulden welke niet in de balans op basis van IFRS grondslagen zijn opgenomen. In de onderstaande overzichten zijn eveneens de bijzondere verrekeningen buiten beschouwing gelaten.

Overzicht van te verrekenen regulatoire bedragen 2021 2020
In miljoenen euro’s    
     
Gasunie Transport Services    
Te verrekenen op 1 januari  61   21 
Dit jaar ontvangen regulatoire verrekeningen ter compensatie van voorgaande jaren  -26   5 
Toekomstig te ontvangen verrekening voor behaalde omzet/ENF (versus toegestane omzet-ENF) voor dit jaar  103   36 
Investeringsvergoedingen - -
Te verrekenen op 31 december  138   61 
     
Gasunie Deutschand    
Te verrekenen op 1 januari *  7   -45 
Dit jaar ontvangen regulatoire verrekeningen ter compensatie van voorgaande jaren  -27   -25 
Toekomstig te betalen verrekening voor behaalde omzet/ENF (versus toegestane omzet-ENF) voor dit jaar  -1   -41 
Investeringsvergoedingen -  -20 
Te verrekenen op 31 december *  -20   -131 

Ultimo 2021 moet regulatoir een bedrag van € 119 miljoen worden verrekend. Dit bedrag bestaat uit een te ontvangen bedrag voor Gasunie Transport Services van € 138 miljoen en een terug te betalen bedrag voor Gasunie Deutschland van € 20 miljoen, op basis van een schatting. De definitieve verrekeningen worden uiteindelijk door de toezichthouders vastgesteld. In het onderstaande overzicht is dit bedrag gesplitst naar de perioden waarin de bedragen in de tarieven, en in de jaarrekening op basis van IFRS grondslagen, worden verrekend: 

Te verrekenen bedragen naar looptijd ultimo 2021 Totaal 0-1 jaar 2-5 jaar > 5 jaar
In miljoenen euro’s        
         
Gasunie Transport Services 138 36 102 -
Gasunie Deutschland -20 1  -21  -
         
Totaal te verrekenen 119 37  81  -

Belastingafdracht

Gasunie heeft in 2009 een zogenoemd ‘handhavingsconvenant’ gesloten met de Nederlandse Belastingdienst, waarin onderlinge afspraken zijn vastgelegd. In lijn met dit convenant is intern een Tax Control Framework (TCF) ingericht, op basis waarvan het fiscale beleid, de fiscale processen en de beheersmaatregelen zijn opgesteld en worden uitgevoerd. Het fiscale beleid is erop gericht om verschuldigde belastingen tijdig en overeenkomstig fiscale wet- en regelgeving te betalen in de landen waarin bedrijfsactiviteiten worden ontplooid.

In de volgende tabel is voor de belangrijkste belastingen weergegeven hoeveel belasting is afgedragen of terugontvangen. 

Belastingafdrachten 2021 2020
In miljoenen euro’s    
     
Nederland    
Vennootschapsbelasting -52 -26
Omzetbelasting 50 48
Loonheffingen -62 -57
Dividendbelasting -39 -43
Totaal -103 -78
     
Duitsland    
Vennootschapsbelasting -50 -33
Omzetbelasting -7 -2
Loonheffingen -12 -12
Totaal -69 -47

Volgend hoofdstuk: 03 Het profiel van Gasunie